‘Een glasvezelverbinding tussen twee locaties binnen twaalf werkweken opleveren? Uitdagende planning’, roep ik naar mijn collega. Alleen de gemeentelijke vergunningsvertrekking duurt gemiddeld al zes..
Tijdens graafwerkzaamheden kun je allerlei obstakels tegenkomen, zoals verontreinigde grond of archeologisch waardevolle objecten. Wet- en regelgeving verplicht ons en onze aannemers dan ook tot het doen van onderzoek en het nemen van (soms verregaande) maatregelen, voorafgaand aan graafwerkzaamheden. Dit kan leiden tot extra onderzoekskosten en langere planningen. Hoe beïnvloedt bodemonderzoek het offerte- en aanlegtraject? Waar moeten we rekening mee houden en welke maatregelen neemt onze aannemer? Collega Bart Riesewijk (accountmanager) en werkvoorbereider Astrid Kok van NKM leggen het uit.
Welke route gaan we volgen?
"Een offertetraject begint altijd met een inschatting van de graafroute tussen de gewenste aan te sluiten locaties en ons bestaande netwerk", vertelt Bart. "Middels een extra laag in ons glasvezelregistratie-systeem Cocon kunnen we zien wat de bodemkwaliteit is van de grond waar we doorheen moeten graven."
Vervuilde grond
Deze extra laag heet de Bodemrisicokaart, oftewel de BRK-i, en is ontwikkeld door Stantec. De BRK-i verwerkt alle openbare beschikbare bodemkwaliteitsgegevens tot een duidelijk advies: Kan er worden gegraven? En zo ja, welke maatregelen moeten hiervoor worden getroffen? De BRK-i bestaat uit vijf modules, die elk een andere bron van informatie vormt: van bodemkwaliteit of aanwezigheid van boomwortels tot de grondwaterstand en de mogelijke aanwezigheid van niet gesprongen explosieven of archeologische vondsten.
Binnen TReNT gebruiken we voornamelijk de module ‘bodemkwaliteit’. De bodemkwaliteit wordt weergegeven in een overzichtskaart met geldende veiligheidsklassen. Elke klasse betekent een mate van vervuiling. "Mocht blijken dat we door vervuilde grond moeten graven, dan is dit van invloed op de prijs. Extra kosten worden dan meegenomen in de kostprijsberekening", vertelt Bart.
"Met enkele muisklikken weten we waar we aan toe zijn."
vertelt Bart Riesewijk.
We willen gaan graven
Zodra de offerte in een opdracht verandert, wordt deze weggezet bij één van onze aannemers. Ook zij moeten enkele stappen zetten voordat de schep daadwerkelijk de grond ingaat. Astrid Kok, werkvoorbereider bij NKM Network Services, vertelt welke stappen zij nemen.
Vooronderzoek: zelfstandige beoordeling
“Ons proces begint met een kaartraadpleging”, vertelt Astrid. “We tekenen het aan te leggen tracé in in Cocon, waarna automatisch een bondige rapportage wordt geleverd. Hierin staat de conclusie over de bodemkwaliteit, een advies over te nemen veiligheidsmaatregelen en Wet bodembescherming (Wbb) -verplichtingen.”
Astrid: “De rapportage maakt duidelijk of we aan de slag kunnen of dat een extra verkennend (bodem)onderzoek nodig is. Hierdoor hebben we al vroeg in het planningsproces inzichtelijk wat de precieze oplevertermijn is. Toch is vertraging niet uit te sluiten; we kunnen niet met 100% zekerheid inschatten wat de vervuiling is en je bent afhankelijk van derden zoals de grondeigenaar en de planning van de onderzoekers.”
Grondmonsters
Zo’n extra verkennend onderzoek wordt ook wel ‘veldonderzoek’ genoemd. Dit onderzoek heeft tot doel na te gaan of er (ernstige) aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van een bodemverontreiniging. Op locatie wordt een aantal grondboringen gemaakt, waaruit monsters genomen worden. Deze gaan naar een laboratorium waar ze geanalyseerd worden op de aanwezigheid van verontreiniging.”
Gericht locatieonderzoek
In die gevallen waarbij blijkt dat er daadwerkelijk bodemverontreiniging is aangetoond, wordt de locatie nader onderzocht. Dit houdt in dat de omvang van de verontreiniging in de grond in beeld wordt gebracht en de risico’s voor de gezondheid van de mens en milieu worden bepaald. “In sommige gevallen zijn aanvullende diensten nodig om de uitvoering vlot en veilig te laten verlopen”, geeft Astrid aan. “Denk hierbij aan het opstellen van een Veiligheids en Gezondheidsplan, het indienen van een (BUS-)melding of het opstellen van een saneringsplan (en- evaluatie) en het inzetten van veiligheidskundigen.
Soms komt het voor dat, in samenspraak met de bodemadviseurs, een alternatieve route wordt bedacht om de vervuiling te omzeilen. “Dit kan soms goedkoper uitpakken dan met alle te nemen maatregelen om in vervuilde grond te werken.”
Pas als de bodemkwaliteit compleet in kaart is gebracht en alle benodigde maatregelen zijn getroffen, mogen de graafwerfwerkzaamheden plaatsvinden.